Een uitleg en vergelijking: nieuwe en oude B Corp standaarden
B Lab – de organisatie achter de B Corp-certificering – staat op het punt om de meest ingrijpende aanpassingen in de standaarden door te voeren sinds de start in 2006. De huidige B Corp-certificering vereist dat een bedrijf minstens 80 punten scoort op de B Impact Assessment (BIA) – een brede toetsing van prestaties rond bestuur, medewerkers, gemeenschap, milieu en klanten – en dat het bedrijf de juridische verplichting aangaat om alle stakeholders mee te wegen in zijn besluitvorming. Dat flexibele, op punten gebaseerde systeem maakt het mogelijk om B Corp te worden door sommige sterke punten te compenseren met zwakkere gebieden.
In 2025 veranderen deze regels echter aanzienlijk. Er komen specifieke minimumeisen op meerdere kernthema’s (Impact Topics), afhankelijk van o.a. bedrijfsgrootte, sector en locatie. Deze stap verhoogt de lat, met de bedoeling dat B Corps écht vooruitlopen in het aanpakken van de dringende milieu- en sociale uitdagingen van nu. Hieronder vind je een vergelijking tussen de oude en nieuwe standaarden, plus voorbeelden uit de praktijk en een toelichting waarom de nieuwe aanpak zoveel beter werkt.
1. Milieu-impact
In het huidige systeem verdien je punten voor allerlei duurzaamheidsinitiatieven: van energiebesparing en afvalscheiding tot milieubeleid in de keten. Maar er is geen harde eis op bijvoorbeeld CO₂-reductie. De nieuwe standaarden maken die eisen een stuk duidelijker en dwingender, met verplichte acties op gebied van klimaat, biodiversiteit en grondstoffengebruik, afgestemd op de omvang en sector van het bedrijf.
| Milieu-aspect | Oude B Corp-standaarden | Nieuwe B Corp-standaarden (per 2025) |
|---|---|---|
| Klimaatstrategie | Optioneel: je krijgt punten voor meten of verminderen van CO₂, maar je hóeft geen formeel klimaatplan te hebben. | Verplicht: elk B Corp-bedrijf moet jaarlijks zijn broeikasgasemissies meten én een science based target stellen dat aansluit bij een opwarming van max. 1,5°C. Ook is een transitieplan vereist, met een helder pad naar netto nul uitstoot. |
| Energie & emissies | Punten voor hernieuwbare energie of CO₂-compensaties, maar geen harde eis voor hernieuwbare percentages. | Duidelijke doelen: elk bedrijf gaat zich committeren aan 100% hernieuwbare elektriciteit, nul afval naar de stort en concrete stappen om de uitstoot (scope 1, 2 én 3) te verlagen. Ook beperkt men compensaties en ligt de nadruk op reële reductie. |
| Grondstoffen & afval | Bedrijven kunnen punten verdienen voor recycling, waterbesparing, enz. Maar ze kiezen zelf wat ze doen. | Omvattende aanpak: verplicht om je belangrijkste milieu-impacten (energie, water, biodiversiteit, etc.) in kaart te brengen en aan te pakken. Bijv. streven naar zero waste, beperken single-use plastic en het bevorderen van circulariteit. |
| Biodiversiteit & water | Indirect in de BIA, vooral extra punten als je bijvoorbeeld habitat beschermt of water bespaart. | Specifieke vereisten: bedrijven moeten hun impact op biodiversiteit en waterbeheer minimaliseren, liefst herstellen. Bijv. water stewardship bij grote bedrijven en geen ontbossing in de keten. |
| Milieumanagement | Geen verplichte integrale milieubeoordeling; het is vooral eigen keus op welke vlakken je inzet. | Integrale aanpak: álle B Corps doen een grondige milieu-check (denk aan CO₂, afval, landgebruik). Transparantie wordt verplicht: B Corps moeten jaarlijks hun voortgang rapporteren. |
Kortom: de eisen rond klimaat en grondstoffengebruik worden veel concreter en strenger. Zo moet bijvoorbeeld een retailer in de nieuwe situatie niet alleen groene energie gebruiken of uitstoot compenseren, maar ook echt een wetenschappelijk onderbouwd reductiepad volgen. Het doel is dat B Corps als geheel geen large “footprint” meer kunnen negeren of wegpoetsen met allerlei losse initiatieven. Je moet laten zien dat je je milieu-impact structureel verkleint.
2. Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Dit thema omvat alles wat te maken heeft met arbeidsomstandigheden, diversiteit & inclusie, mensenrechten en positieve betrokkenheid bij de gemeenschap. In het oude systeem was dit grotendeels punten sprokkelen: je kon uitblinken in arbeidsethiek en andere zaken links laten liggen, of omgekeerd. De nieuwe standaarden maken kernonderwerpen verplicht: Fair Work (eerlijke beloning, goed werkgeverschap), JEDI (Justice, Equity, Diversity & Inclusion), en Menselijke Rechten (in de keten), plus community- & ethische aspecten.
| Sociaal aspect | Oude standaarden | Nieuwe standaarden |
|---|---|---|
| Lonen & arbeidsvoorwaarden | Geen universele eis voor bijvoorbeeld een leefbaar loon. Je kreeg punten als je het betaalde, maar het was geen must. | Leefbaar loon: elke B Corp moet minstens een leefbaar loon (of vergelijkbare maatstaf) betalen. Ook wordt van grote bedrijven verwacht dat hun leveranciers richting leefbaar loon gaan. |
| Loon- en beloningsgelijkheid | De BIA gaf punten voor een lage CEO-werknemer ratio of gelijke beloning, maar niets was echt verplicht. | Verplichte loontransparantie: Je moet inspanningen doen om de loonkloof te verkleinen. Bijv. salarisranges openbaar maken en geen ongeoorloofde verschillen in beloning per gender/race. |
| Werkcultuur & betrokkenheid | Punten voor tevredenheidsenquêtes of opleidingsmogelijkheden, maar niet per se vereist. | Verplicht: je moet jaarlijks een (anonieme) survey doen onder medewerkers en beleid baseren op de resultaten. Grotere bedrijven moeten collectief overleg of vakbondsrechten respecteren. |
| Diversiteit & inclusie (JEDI) | Punten voor diversiteitsbeleid, maar als je er niks aan deed, kon je elders punten halen. | Verplicht actieplan: Elk B Corp-bedrijf moet een plan hebben om diversiteit, gelijkheid en inclusie te bevorderen. Bij >10 werknemers minstens een actieve dialoog hierover, en >50 werknemers moeten demografische data verzamelen en analyseren. |
| Mensenrechten & toeleveranciers | Voorheen vooral via een Disclosure Questionnaire; geen strakke eis om due diligence te doen, behalve bij heel grote multinationals. | Due diligence: elk B Corp moet de VN-richtlijnen voor bedrijfsvoering en mensenrechten volgen. Dus risico’s in de keten in kaart brengen (bijv. kinderarbeid, uitbuiting) en actief aanpakken. |
| Gemeenschap & ethiek | Punten voor donaties, vrijwilligerswerk, fairtrade sourcing, etc. | Breder engagement: B Corps moeten zich positief inzetten voor hun omgeving. Denk aan eerlijke belastingafdracht, betrokkenheid bij maatschappelijke initiatieven en verantwoorde marketing. |
Concreet betekent dit dat een B Corp-horecazaak in de nieuwe situatie al zijn personeel minstens een leefbaar loon moet betalen, feedback van medewerkers moet verzamelen en de diversiteit ervan meten, en zeker moet stellen dat er in de inkoopketen geen mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Waar het voorheen (met genoeg punten elders) nog kon om slordig met lonen of diversiteit om te gaan, is dat nu niet meer mogelijk.
3. Beleid
Bij beleid (governance) draait het om hoe het bedrijf bestuurd wordt, hoe stakeholders formeel worden meegenomen in beslissingen en hoe transparant en verantwoordelijk de leiding is. B Corps zijn verplicht om in hun statuten op te nemen dat zij rekening houden met alle stakeholders. Dat blijft zo, maar de nieuwe regels gaan veel verder in bestuurlijke verantwoordelijkheden, transparantie en ethische lobby.
| Governance-aspect | Oude standaarden | Nieuwe standaarden |
|---|---|---|
| Ondernemingsdoel & juridische verankering | Je moest al een wettelijke verplichting opnemen om alle stakeholders te dienen (Benefit Corporation of iets vergelijkbaars), maar er was geen sterke focus op openbaar maken van missie/doelen. | Openbare missie: bedrijven moeten nu nog duidelijker uitdragen (op de website, jaarverslag, etc.) hoe ze als bedrijf mensen en planeet willen dienen. De stakeholderverplichting blijft verplicht, plus bewijs dat de directie ook echt besluiten neemt die stakeholders meenemen. |
| Bestuurlijk toezicht | Je kreeg punten als de Raad van Bestuur actief meekijkt op duurzaamheid & sociale prestaties. Niet voor iedereen verplicht. | Verplicht: Besturen (bij grotere bedrijven) móeten toezicht houden op sociale/milieu-impact. Bijv. verplichte rapportages aan het bestuur, en soms zelfs koppeling van (top)bonussen aan impactdoelen (zoals emissiereductie of inclusie). |
| Transparantie & rapportage | Vrijwillig om jaarlijks een ‘impact report’ te publiceren, maar je kreeg er wel punten voor. B Lab publiceert zelf een samenvatting van je BIA-score. | Meer openheid: bij >250 medewerkers is een officieel, jaarlijks impactrapport vrijwel verplicht, en de board moet dit goedkeuren. Ook moet er een openbaar klachtensysteem zijn (grievance policy) voor werknemers/stakeholders. |
| Ethisch gedrag (marketing & lobby) | Tot nu toe indirect: Je kreeg punten voor ethische reclame of geen tegenstrijdige lobby, maar weinig harde regels. | Specifieke eisen: Elke B Corp moet verantwoorde marketingrichtlijnen hanteren en mag niet lobbyen tegen haar eigen sociale/milieu-doelstellingen. Als jouw missie bijvoorbeeld groene energie is, kun je niet tegelijkertijd wetgeving tegen klimaatmaatregelen steunen. |
| Grotere bedrijven | Multinationals ondergingen wel extra checks (zogeheten MNC-protocollen), maar de BIA-structuur bleef grotendeels gelijk. | Zwaardere vereisten: Grote bedrijven moeten intensiever rapporteren en verifiëren. Hoe groter het bedrijf, hoe strenger de eisen, bijvoorbeeld meer externe audits en verplicht gebruik van externe standaarden als GRI. |
Uiteindelijk gaan deze veranderingen over het verankeren van missiegedrevenheid in de top van het bedrijf. Waar voorheen een directie hoogstens wat punten verzamelde door enkele bestuurders met impactfocus aan te stellen, zullen ze nu echt moeten aantonen dat de leiding verantwoordelijk is voor – en verantwoording aflegt over – hun sociale en milieu-resultaten. Daarnaast moet lobby en marketing in lijn blijven met de missie, wat greenwashing of dubbele agenda’s moet voorkomen.
4. Veranderingen in het certificeringsproces
De verschuiving in standaarden pakt ook de manier aan waarop bedrijven gecertificeerd en gecontroleerd worden. De grootste verandering: in plaats van 80 punten halen, moet je nu aan alle kernvereisten voldoen binnen verschillende Impact Topics.
| Element | Huidige proces | Nieuw proces |
|---|---|---|
| Assessment & scoring | Een B Impact Assessment (BIA) van ~200 vragen over 5 gebieden. Halen van minstens 80 punten is genoeg, verdeling maakt niet uit. | Nog steeds een assessment, maar nu met vereiste checks per thema. Als je op één verplicht onderdeel faalt, kun je niet certificeren. |
| Prestatiegrens | 80 van de ~200 punten, ongeacht verdeling. | Pass/fail per thema. Elk bedrijf moet in elk kritisch onderdeel (klimaat, mensenrechten, fair work, enz.) voldoen aan minimumcriteria. |
| Basisvereisten (Foundation Requirements) | Nu al wat checks op minimale leeftijd (12 maanden) en of je niet in controversiële sectoren zit. Maar niet sterk geformaliseerd. | Twee fasen: eerst Foundation Requirements doorstaan (geschiktheid, commitment, geen onverenigbare sector, enz.), dán de detailcheck op de Impact Topics. |
| Verificatie & beoordeling | B Lab controleert documentatie voor een steekproef van de BIA-antwoorden en verifieert de score. Kan maanden duren. Grote bedrijven hebben extra checks. | Zelfde idee, maar door vaste eisen per thema zal B Lab of een externe partij mogelijk gerichter verificeren. Grote bedrijven moeten meer onderbouwen en rapporteren. |
| Recertificering | Elke 3 jaar opnieuw de BIA doen en weer boven de 80 punten uitkomen is genoeg. | Verbeteringseis: je moet niet alleen voldoen, maar ook voortgang laten zien. Heb je een klimaatdoel of DEI-plan opgesteld, dan wil B Lab bij hercertificering zien dat je concreet vooruit bent gegaan. |
| Doorlopende rapportage | Geen formele eis om jaarlijks te rapporteren, behalve wat sommige landen voorschrijven. | Meer aandacht voor continu toezicht. Grote bedrijven moeten meestal een jaarlijks impactrapport publiceren. Ook worden voortgang in emissies, lonen, enz. strak gevolgd. |
De kernboodschap is: weg van “gewoon 80 punten scoren” en naar “je moet in elk cruciaal onderdeel slagen, anders geen certificaat.” Dit voorkomt dat bedrijven bepaalde risico’s of impacts negeren door te excelleren in een ander onderdeel. Verder krijgen controversiële bedrijfstakken minder ruimte, omdat de zogeheten Foundation Requirements veel duidelijker zeggen: “Past jouw corebusiness wel bij de B Corp-filosofie?”
Recertificering wordt bovendien strenger: wie de minimale eisen net haalt, kan niet jarenlang op hetzelfde niveau blijven hangen. Er wordt een continu verbetertraject verwacht. Zo blijft de lat in de hele B Corp-gemeenschap steeds verder omhooggaan.
5. Sector-specifieke veranderingen
Een belangrijk principe van de nieuwe standaarden is contextualisering: eisen worden meer toegespitst op de impact en risico’s van een sector, en op bedrijfsgrootte. Zo kan een productiefabriek strengere milieueisen krijgen dan een klein adviesbureau, en een bank extra verplichtingen rond “financed emissions” (de CO₂-uitstoot van investeringen en leningen).
- Uitsluiting van bepaalde sectoren: Zeer omstreden sectoren (wapens, tabak, fossiele brandstoffen) waren al lastig te certificeren. De Foundation Requirements maken dit nu formeler.
- Dienstverleners: Zij moeten kritisch kijken naar hun klanten. Een marketingbureau B Corp dat voor een olieproducent werkt, zal moeten aantonen dat het daarmee geen schadelijke praktijken faciliteert.
- Fabrikanten & Retailers: Meer nadruk op toeleveringsketens: kinderarbeid, vervuiling, enz. Bij grotere spelers zijn grondstoffen- en biodiversiteitseisen ingrijpender.
- Financiële sector: Banken, verzekeraars en investeerders moeten hun ‘financed emissions’ meetellen en mensenrechten- of milieuproblemen bij hun klanten/portefeuille voorkomen.
- Impact Business Models: Bedrijven die een inherente positieve impact in hun product/dienst hebben (bijv. hernieuwbare energie) krijgen erkenning, maar moeten nog steeds voldoen aan basisvoorwaarden voor milieu, mens en governance.
Zo’n meer genuanceerde aanpak houdt de certificering relevant en geloofwaardig: een voedingsbedrijf met grote landbouwketens heeft immers andere risico’s en impact dan een klein software-consultancybureau.
Voorbeelden uit de praktijk
Veel B Corps bereiden zich nu al voor op de nieuwe standaarden:
- Klimaatactie – “Vista Brewing” (fictief voorbeeld)Dit (denkbeeldige) brouwerijbedrijf is al begonnen met het meten van CO₂-uitstoot en het overschakelen op zonne-energie, zodat ze straks voldoen aan de verplichte emissiemeting en -doelen. Ze hebben een “net zero”-plan, schakelen hun vrachtwagens om naar elektrisch en werken met lokale boeren die regeneratieve landbouw toepassen.
- Fair Work & JEDI – “Greentech Solutions”Deze B Corp in IT-consulting voert sinds kort jaarlijks een anonieme medewerkerstevredenheidsenquête uit, heeft salaristransparantie ingevoerd en betaalt nu structureel boven het minimumloon. Ook houden ze diversiteitssessies en analyseren ze of vrouwen en minderheden bij promoties evenveel kansen krijgen. Zo voldoen ze aan de nieuwe verplichtingen voor Fair Work en JEDI.
- Mensenrechten – “Patagonia”Patagonia (een bekend outdoor-merk en al jaren B Corp) loopt voorop in supply chain transparantie: eigen fabrieksaudits, eerlijke lonen in buitenlandse fabrieken en herstelregelingen bij overtredingen. Dat soort grondige mensenrechten-due-diligence is precies wat de nieuwe B Corp-standaarden vereisen.
- Governance & transparantie – “The Body Shop”Deze internationale cosmeticaretailer publiceert al een jaarlijks duurzaamheidsrapport, heeft een ethisch marketingbeleid en baseert zich op fair trade-principes. Zo kunnen ze de nieuwe eisen rond bestuur, rapportage en een klachtenmechanisme (dat ze nu invoeren) prima afvinken.
- Sectoraanpassing – “CleanTech Finance Inc.” (fictief voorbeeld)Een mid-sized financiële speler die leningen verstrekt voor duurzame projecten. Ze moeten nu expliciet checken of klanten geen mensenrechten schenden of fossiele projecten financieren, en zich houden aan de klimaatdoelen. Zo is hun hele portfolio beter afgestemd op “people, planet & profit.”
Deze voorbeelden laten zien dat veel bedrijven zich al klaarmaken. Velen voeren sinds 2023/2024 extra beleid in (bijv. loon- en diversiteitsmaatregelen) zodat ze vlot door de nieuwe certificering komen. Volgens B Lab-onderzoek zegt het merendeel van de huidige B Corps dat ze de nieuwe vereisten kunnen halen of er al grotendeels aan voldoen, maar dat het hun impact verder helpt versterken.
Waarom de nieuwe standaarden een verbetering zijn
- Duidelijkheid en integriteitIn plaats van een puntenscore die voor buitenstaanders soms abstract is, krijg je nu heldere, verplichte kerneisen. Daarmee wordt beter zichtbaar wat “B Corp-zijn” inhoudt – geen discussie meer of je een enorm duurzaam punt inruilt voor een sociale misstand. Elk fundamenteel thema moet op orde zijn.
- Geen compromis tussen verschillende thema’sVroeger kon een bedrijf dat barsch was voor werknemers tóch de 80-puntengrens halen met een topresultaat in milieu, of andersom. Nu moet je op alle fronten presteren, wat de geloofwaardigheid van het certificaat versterkt.
- Grotere verantwoordelijkheid en transparantieNieuw zijn o.a. verplichte klokkenluidersmechanismen, publieke rapportage van impactdoelen en het verbinden van bestuurdersbeloningen aan duurzaamheidsresultaten. Dit alles vergroot het vertrouwen van werknemers, consumenten en investeerders dat B Corps daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen.
- Continu verbeterenB Lab wil dat B Corps niet alleen stilstaan als ze eenmaal gecertificeerd zijn. De eisen bij hercertificering worden strenger: je moet vooruitgang kunnen aantonen. Dit stimuleert permanente innovatie en groei in positieve impact.
- Aanpassing aan maatschappelijke en wettelijke trendsDe nieuwe standaarden sluiten aan bij andere ontwikkelingen, zoals EU-wetgeving rond due diligence voor mensenrechten, strengere klimaatrapportages en toenemende druk om loonongelijkheid en discriminatie aan te pakken. Zo blijven B Corps koplopers.
- Hogere geloofwaardigheidDoor deze strengere en meer concrete normen zal het B Corp-keurmerk meer gewicht in de schaal leggen. Dat vergroot de aantrekkelijkheid voor bedrijven die écht voor positieve verandering willen gaan en geeft consumenten en investeerders meer vertrouwen in wat “B Corp” betekent.
Kortom, de nieuwe standaarden maken de certificering inhoudelijk sterker en meer toekomstbestendig. Ze sluiten beter aan op de urgente problemen van deze tijd (klimaatverandering, ongelijkheid, biodiversiteitsverlies) en zorgen dat alle B Corps op elk cruciaal vlak het goede voorbeeld geven. Dit leidt tot een krachtiger, consistenter en geloofwaardiger B Corp-netwerk – wat de missie van B Lab (“Using business as a force for good”) alle eer aan doet en nóg meer impact kan genereren.
Hopelijk biedt deze toelichting een duidelijk overzicht van hoe de nieuwe B Corp-standaarden werken, wat er verandert en waarom dit een stap vooruit is. Heb je meer vragen over specifieke vereisten of wil je weten hoe je je eigen organisatie kunt voorbereiden? Laat het gerust weten!